Darshan: God zien

In het hindoeïsme is Darshan, het zien van een murti (beeld of icoon) door een gelovige,  een belangrijke handeling. Het is onderdeel van het (dagelijkse) ritueel van aanbidding in een tempel of thuis bij een huisaltaar. Op het zien van het beeld of icoon rust zegen. Het zien van een beeld wordt vergeleken met het in contact staan met God of het goddelijke. Darshan kan ook van toepassing zijn op het zien van een levende guru of ander heilig persoon.

Zien

Het woord darshan is afgeleid van het Sanskrit woord dś wat zien, visie, uiterlijk of glimp betekent. Aan darshan zitten eigenlijk twee kanten. De gelovige ziet de godheid of het goddelijke (zoals hier boven beschreven). Maar de gelovige wordt ook gezien door de godheid of het goddelijke. De gelovige ontvangt zo ‘de zegen’ van God.

Darshan komt ook bij de Sikhs voor, maar dan in een iets andere vorm. Afbeeldingen waarbij de tien goeroes worden afgebeeld worden wel darśana afbeeldingen genoemd, omdat je in één oogopslag al de heilige goeroes kunt zien. Het begrip darshan heeft daarnaast ook betrekking op de afbeelding van een bepaalde guru, de Guru Grant Sahib (het heilige boek) het zien van een heilige plaats (bijv. de Gurdwara of schrijn) of een belangrijk voorwerp of object. 

Monotheïsme

In de monotheïstische godsdiensten jodendom, christendom en islam worden geen beelden of afbeeldingen van God gemaakt. Het wordt vaak expliciet verboden. Zoals in de tien geboden waar staat:

“U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen”.[i]

Oude testament

In het oude testament verschijnt God wel in andere vormen aan mensen. Zo verschijnt Hij in menselijke gedaante aan Abraham bij Mamre, zoals we dat lezen in Genesis 18. Later verschijnt hij ook aan Jakob bij Pniël. Dat staat in Genesis 32. Jakob zegt daar:

“Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht”[ii]

Aangezicht

Het Hebreeuwse woord wat voor aangezicht gebruikt wordt heeft ook wel de betekenis van blik, verschijning, tegenwoordigheid, toorn, richting, doel, voorkant en voorzijde. Of in een definitie: de toegewende zijde van het hoofd van levende personen, zoals van God, van engelen en van mensen[iii]. Het woord aangezicht komt veel in de bijbel voor. Ook in relatie tot God. Het woord wordt figuurlijk of beeldend gebruikt. We worden opgeroepen om voor zijn aangezicht te komen en zijn aangezicht te zoeken. God kan zijn aangezicht ook verbergen of laten lichten. We lezen dan bijv. de bede of zegen dat God het licht van Zijn aangezicht over ons verheft.

Mozes

In exodus 33 lezen we over Mozes die met God spreekt van aangezicht tot aangezicht. In vers 18 komt Mozes tot de uitroep:

“Toon mij uw heerlijkheid!”

God antwoordt:

“U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.”

Mozes vraagt God om hem zijn glorie te laten zien. Hadden we het hierboven nog over figuurlijk of beeldend gebruik van het aangezicht van God, hier vraagt Mozes om Gods aangezicht echt te zien. Maar als God in volle glorie aan Mozes verschijnt, dan zou hij dat niet overleven. Gods heerlijkheid is te overweldigend. Mozes mag God uiteindelijk van achteren zien, maar niet zijn aangezicht.

Het beeld van de onzichtbare God

In het nieuwe testament zien we dat onzichtbare God uit het oude testament een gezicht heeft gekregen. In de brief aan Kolosse schrijft de apostel Paulus dat Jezus het beeld van de onzichtbare God is[v]. In de persoon van Jezus krijgen we dus een beeld van wie God is. Ook vandaag kunnen we door het lezen van de bijbel een beeld krijgen van wie God. We kunnen hem als het ware zien door het geloof. Maar er zijn ook verhalen bekend van mensen waaraan Jezus is verschenen. Dat lezen we al in Handelingen, kort na Jezus opstanding. Denk bijvoorbeeld aan Paulus zelf. Maar ook vandaag de dag horen we nog dat Jezus verschijnt aan mensen in dromen en visioenen.

In Hebreeën wordt het weer op een andere manier gezegd:

“Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon …. Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid”[vi].

De schrijver beschrijft dat we in Jezus Gods heerlijkheid kunnen zien. Hij is als het ware een afdruk van God. Als we kijken naar Jezus zien we God zelf. Johannes, een van de 12 discipelen die Jezus van dichtbij heeft meegemaakt, zegt dat hij “zijn heerlijkheid heeft gezien, de heerlijkheid van de eniggeboren van de Vader”[vii].

Darshan van de onzichtbare God

Ook al kunnen christen God niet direct zien, omdat zij geen afbeeldingen van hem maken, toch zien ze God op andere manieren. In geloof, gebed en door het lezen van de bijbel kunnen we figuurlijk het aangezicht van God zoeken, vinden en zien. Maar ten diepste zien we God doordat hij mens is geworden in Jezus Christus. Als we naar hem kijken dan zien we wie God werkelijk is: “vol van genade en waarheid”[viii].


[i] Exodus 20:4-5a, Herziene Statenvertaling (HSV)

[ii] Genesis 32:30, Herziene Statenvertaling (HSV)

[iii] http://www.bijbelaantekeningen.nl/files/subject?3883

[iv] Psalm 4:7, Herziene Statenvertaling (HSV)

[v] Kolosse 1:15a, Herziene Statenvertaling (HSV)

[vi] Hebreeën 1:3a, Herziene Statenvertaling (HSV)

[vii] Johannes 1:14a Herziene Statenvertaling (HSV)

[viii] Johannes 1:14b, Herziene Statenvertaling (HSV)