Ik heb de Bhagavad Gita gelezen. Daarbij ging ik na wat het boek bij mij als christen opriep. Soms herkenning, soms vragen, soms afwijzing.
De Bhagavad Gita is een heilig boek. Anders dan moslims en christenen hebben de hindoes vele heilige boeken. Wie als christen zich voorneemt om de Bhagavad Gita te lezen[1], doet er goed aan zich dat te realiseren. Wat is de eigen plaats van dit boek is ten opzichte van de andere? Er is onderscheid in het grote aantal. Hindoes spreken over shruti en smriti.[2] De shruti-geschriften zijn de goddelijke. Door de wijzen uit de oertijd is de openbaring ontvangen en na lange mondelinge overlevering opgetekend. De smriti zijn de geschriften van latere datum, meer menselijk van karakter. Het is een gezaghebbende traditie van heilige herinnering, maar ook van heilige aanvulling. De traditieteksten bieden leringen en voeren praktijken in, die in de vroegste boeken onbekend zijn.
Veel boeken
De oudste geschriften zijn de Veda’s. Zij bevatten de openbaring van het goddelijke wezen. Er worden geen verhalen over een land of een volk in verteld. Het is de eeuwige waarheid, ze zijn tijdloos in spreuken, voorschriften en gezangen. Ook de Upanishads behoren tot de shruti. Zij vormen deels een commentaar op de Veda’s en formuleren waarheden over de werkelijkheid die de grondslag vormen voor het hindoe-denken tot op heden.
Er zijn binnen het geheel van heilige boeken twee epische werken met grote invloed. De Ramayana en de Mahabharata en deze behoren tot de smriti, de verklarende en aanvullende traditie. De oorsprong van de boeken ligt in de eeuwen voor Christus, maar er is een proces van aanvulling geweest gedurende lange tijd.
De Mahabharata is beroemd.[3] Eén van de grootste dichtwerken uit de wereldliteratuur. Het bestaat uit ongeveer 220.000 regels. Het biedt het spannende verhaal over de noodlottige broederstrijd van Pandava’s en Kaurava’s. De laatsten hebben aan de eersten de troon ontroofd. In een langdurige oorlog heroveren de Pandava’s hun rijk, maar de Bharatdynastie, waartoe beide groepen behoren, is dan bijna tot niets teruggebracht. De Bhagavad Gita is een onderdeel van dit grote epos. Het heeft zich echter daarvan verzelfstandigd en is zo een eigen heilig boek geworden. De Gita geniet grote populariteit onder de hindoes.
Verbazing
Deze korte schets kan bij protestanten een verbaasd gevoel oproepen. Wij zijn gewend aan het met eerbied gebruiken van één heilig boek. De Bijbel is voor ons de bron en de norm en het is juist het gezag van de Bijbel bóven de traditie die ons doet verschillen van de katholieken. Diezelfde verbazing hebben wij als we merken dat veel moslims naast de koran ook de traditie van Mohammed zo enorm belangrijk vinden (de hadieth). Is het niet juist onze eigenheid de traditie te onderschikken aan de heilige Schrift?
Toch is het nuchter om te zeggen, dat ook protestanten in de praktijk sterk leunen op bepaalde boeken of meningen van mensen uit de geschiedenis. Vroeger waren er velen die naast de Statenvertaling Flavius Josefus’ boeken hadden staan. De Institutie van Calvijn is voor talloze christenen een standaardwerk naast de Bijbel. Wie een naam noemt als Karl Barth, weet dat hij met zijn boeken een grote invloed heeft uitgeoefend op het denken en leven van de christenen in de 20e eeuw. Dus het is zo gek niet als mensen bepaalde boeken naast de oorspronkelijke bron gebruiken voor hun geloof. Je ziet soms dat zulke boeken de bril worden waardoor de Bijbel gelezen wordt. Nu is de Gita minder menselijk voor hindoes dan een boek van Calvijn voor protestanten. De Gita is een dialoog tussen God en mens, aldus de hindoes. Dat maakt het begrijpelijk dat zij er hoog van op geven. Een klein deel van de hindoes neemt de Veda’s als standaard waaraan alles wordt beoordeeld.[4] Voor hen is de Gita minder dan de Veda’s. Maar het merendeel ontvangt elke nieuwe ontwikkeling in de historie als een aanvullende verrijking. De dialoog tussen Krishna en de mens Arjuna is voor hen een belangrijke bron voor spiritueel leven en visie op de wereld.
Dialoog
Dat de Gita zo’n dialoog is, kan elke lezer simpel vaststellen. De christelijke lezer zoekt vergelijkingsmateriaal in de buurt van de Bijbel. De Bhagavad Gita laat zich misschien het beste vergelijken met de oosterse wijsheidsliteratuur. In de Bijbel vinden wij wijsheid in boeken als Spreuken, Prediker en Job. Zoals het boek Job veel dialogen beschrijft, onder andere tussen God en de hoofdpersoon, zo is ook de Gita grotendeels een dialoog. Het gaat om Krishna (een menswording van de hindoegod Vishnu) en Arjuna. Aan het begin en het einde komen nog wel enkele andere sprekers aan bod, zoals Dhritarashtra en Sanjaya, maar dat valt weg bij de twee genoemde hoofdpersonen. Het geheel is een verhandeling over een aantal fundamentele menselijke vragen: wat is onze menselijke plicht, wie zijn wij als mensen als het gaat om lichaam, ziel en geest, hoe moeten wij ons opstellen tegenover voor- en tegenspoed, wie is God? Deze en andere zaken intrigeren ook ons. Het vraagt wel enig inlevingsvermogen om de antwoorden van Krishna aan Arjuna te volgen, maar wie dat doet zal merken, dat hier op een hoog (dan wel diep, het is maar hoe je het bekijkt) niveau onderwijs gegeven wordt over het leven van de mens. Het overstijgt de locale situatie van India, lang geleden. Er is wel een historische kern (waarover later meer), maar de thema’s zijn universeel. De vorm is die van de Vader-zoon of Koning-onderdaan, die wij ook uit het Bijbelboek Spreuken kennen.
Instellen
We moeten ons dit realiseren, om geen verkeerde verwachtingen te koesteren. Gelukkig leert juist de Bijbel ons te letten op de manier waarop de openbaring tot ons komt. De Bijbel is een eenheid in de leer over God en mens. De Bijbel is echter tegelijk zeer gevarieerd in haar vormen: historie, profetie, lied en evangelie, openbaring en brief, spreuken en kronieken. Elke vorm vraagt om een eigen benadering. Wie poëtische zinnen niet weet te onderscheiden van proza, maakt kortsluiting. Dan laat je de woorden iets zeggen wat ze niet willen of je wendt je teleurgesteld af omdat je meer wilt weten dan er uit te halen lijkt. Dat is al zo tussen Bijbel en (gelovige) lezer in deze tijd, hoeveel te meer als je als christen de Gita gaat lezen. Het is, om een voorbeeld te noemen, niet te verwachten dat je iets leert over het leven van Krishna, zoals je iets leert over het leven van Jezus in de evangeliën. Ook al is er een historische setting waarbinnen de dialoog verschijnt, de aandacht gaat volop naar de thema’s. Je geest moet zich daarop instellen om de sfeer en de boodschap van de Gita redelijkerwijs op te vangen.
Voorbeeld
Als afsluiting hierbij de opening van het tweede hoofdstuk (2,1-8). Om de sfeer te proeven.
Sanjaya sprak:
- Toen Krishna zag hoe Arjuna overmeesterd was door medelijden
en hoe hij met betraande ogen terneergeslagen neerzat,
gaf Hij hem deze raad.
Krishna sprak:
- Arjuna, hoe is die melancholie op dit kritieke moment over jou gekomen?
Het is zo onverstandig, zo eerloos
en het verspert de weg naar hemels geluk. - Arjuna, geef niet toe aan deze niet-mannelijkheid.
Het betaamt je niet, schud die onbeduidende zwakheid van je af en sta op!
Arjuna antwoordde:
- Krishna, hoe kan ik Bhishma en Drona die mijn respect verdienenmet mijn pijlen aanvallen in de strijd?
- Het zou nog beter zijn in deze wereld te leven van aalmoezendan deze nobele leraren te doden.Want hoewel ze hebzuchtig naar rijkdom verlangen, het blijven mijn leraren.En als ik hen doodde, zou ik in deze wereld slechts genieten van dingendie met bloed doordrenkt zijn.
- We weten niet of het beter zou zijn dat wij hén overwinnen, of zij óns.We zouden niet meer willen leven als we de zonen van Dhritarashtra,die hier voor ons in slagorde staan, zouden doden.
- Ik ben helemaal verward en ik weet niet meer wat mijn plicht [dharma] is.Door sentimentele zwakheid ben ik mijn innerlijk evenwicht verloren.Ik vraag U wat het beste voor me is. Zeg het me ondubbelzinnig.Ik kom tot U als leerling. Leer mij wat mijn plicht is!
- Ik zie niets dat deze ellende kan verdrijven, die mijn zinnen verschrompelt,ook al zou ik een welvarend koninkrijk op aarde verkrijgen,of zelfs de heerschappij over de goden.
[1] Ik maak over het algemeen gebruik van de vertaling van Gerda Staes, Bhagavad Gita, Het heilig boek van de hindoes, Davidsfonds/Leuven, 2001.
[2] Het is onvermijdelijk in een bespreking als deze Indiase terminologie te gebruiken. De studie van de Indiase godsdiensten is vol van zulke termen. Het vraagt enig inlevingsvermogen van de lezers en soms een oefening in het hardop uitspreken van namen of termen. Het valt niet mee, maar het vergemakkelijkt wel het lezen als je de woorden voor jezelf uitspreekt.
[3] Een toegankelijke Nederlandse samenvattende vertaling is Mahabharata, Krishna Dvaipayana Vyasa, vertaald en bewerkt door H. Verbruggen, Den Haag 1991.
[4] Bedoeld zijn de Arya Samaji’s. Deze minderheidsstroming onder de hindoes stelt het gezag van de Veda’s boven alles en kritiseert ontwikkelingen binnen het hindoeïsme. Vergelijkbaar met de protestanten ten opzichte van de katholieken.